Sporters: training in het buitenland geeft belastingvermindering
Dit hoger beroep heeft betrekking op een beroepsvoetballer die op trainingskamp is in het buitenland in een bepaald jaar. Over dat jaar doet hij aangifte en verzoekt hij tot belastingvermindering ter zake van in het buitenland verricht werk. De vraag spitst zich toe op of hij op grond van de verdragen, die voor artiesten en beroepssporters gelden, terecht de vermindering kan toepassen. De rechtbank was met de inspecteur van mening dat het niet voldeed aan de gestelde voorwaarden. "Tot de persoonlijke werkzaamheden als zodanig behoren het publieksgerichte optreden - waarop het artiesten- en sportersartikel blijkens onderdeel 2 van het Commentaar op het OESO-modelverdrag 1963 inzake artikel 17 in het bijzonder ziet - alsmede tijdsbesteding die met dat publieksgerichte optreden samenhangt, zoals trainingen, beschikbaarheidsdiensten, reizen en noodzakelijk verblijf, voor zover die tijdsbesteding heeft plaatsgehad in dezelfde staat als het optreden." Het hof overruled de uitspraak van de recht en stelt dat het gaat om 'athletes performing abroad' (commentaar bij artikel 17 OESO-modelverdrag) en niet uitsluitend om publieksgericht optreden. De voetballer krijgt in hoger beroep gelijk. Lees de hier de uitspraak.